$$ \vec E=\frac{\vec F}{Q_t^+}\Rightarrow \vec F=Q\vec E\\\Delta V=\frac{\Delta U}Q=-\int_a^b\vec Ed\vec l\Rightarrow\Delta U=Q\Delta V\\I=\frac{dq}{dt} $$
<aside> đź’ˇ
de stroom doorheen een draad is recht evenredig met het potentiaalverschil over de twee uiteinden
$$ I\sim\Delta V $$
</aside>
$$ R=\frac{\Delta V}{I}\quad[\Omega \text{ (Ohm)}] $$
Links een Ohms materiaal, rechts een niet-ohms materiaal
$I_A = I_B$, vergelijk het met water, de enige manier om het aantal stroom te verdelen/verminderen is door te vertakken
$\Delta V_A>\Delta V_B$, de weerstand kan je zien als een gebruiker van energie
⇒ De weerstand stijgt (als je het 2x uitrekt stijgt het met factor 4 (lengte * 2 volume /2 dus totaal * 4))
De weerstand van de draad is
$$ R=\rho\frac{l}A $$
<aside> đź’ˇ
$\rho$ is de resistiviteit van de geleider (eenheid $\Omega*m$)
$$ \rho=\rho_0\left(1+\alpha\left(T-T_0\right)\right) $$
met $\alpha$ de temperatuurscoëfficient
</aside>
Diegene met de grootste $\left|\alpha\right|$, daar gaat de temperatuur het snelst stijgen dus is het meest sensitief
⇒ b want naarmate de temperatuur stijgt stijgt ook de weerstand, dus zal er minder stijging zijn (de rico van de grafiek is $R^{-1}$)