eerste wet van Kirchhoff $I_\text{in}=I_\text{uit}$
Tweede wet van Kirchhoff $\sum_\text{gesloten kring}\Delta V = 0$
Vier batterijen van $1.50\,\mathrm V$ worden in serie verbonden met een lamp met weerstand $12 \,\Omega$. De resulterende stroom is $0.45\,\mathrm A$. Wat is de interne weerstand van elke batterij, ga ervan uit dat de batterijen identiek zijn?
$\Delta V=4*1.50\, \mathrm V=6.00\, \mathrm V$
$r_\text{totaal}=4*r$
$$ I=\frac{\Delta V}{R+r_\text{totaal}}\Leftrightarrow4*r=\frac{\Delta V}I-R=\frac{6.00\,\mathrm V}{0.45\,\mathrm A}-12\,\Omega\approx1.3\,\Omega\\\Leftrightarrow r=\frac{\frac{6.00\,\mathrm V}{0.45\,\mathrm A}-12\,\Omega}4\approx0.33\,\Omega $$
Een circuit bestaande uit 5 weerstanden $R$ is verbonden met een batterij. (a) Bepaal de stroom $I$ die door de batterij stroomt. (b) Bepaal de equivalente weerstand van het circuit
$I=\frac{\epsilon}R$, dit moet je algebraïsch doen met de twee wetten van kirchhoff
We vereenvoudigen al de weerstanden naar 1 weerstand dan geldt de wet van ohm
$$ R_\text{totaal}=\frac{\Delta V}{I}=\frac{\epsilon}{\frac{\epsilon}R}=R $$
Twee condensators met een capaciteit van $3.8\mu\mathrm F$ en twee weerstanden van $2.2 \mathrm k \Omega$ staan in serie met een batterij van 12.0 V. Startend van de ongeladen toestand, hoelang duurt het vooraleer de stroom zakt tot 1.50 mA.
$R_\text{totaal}=2*2.2\,\mathrm k \Omega=4.4\,\mathrm k\Omega$
$C_\text{totaal}=\left(\left(3.8\,\mu\mathrm F\right)^{-1}+\left(3.8\,\mu\mathrm F\right)^{-1}\right)^{-1}=\left(2*\left(3.8\,\mu\mathrm F\right)^{-1}\right)^{-1}=1.9\,\mu\mathrm F$
$I_1=\frac{\Delta V}R=\frac{12.0\,\mathrm V}{4.4*10^3 \,\Omega}=0.002727272727\approx2.73\mathrm{mA}$